Het nieuwe pensioen gaat meer meebewegen met de economie. We merken dat dit veel vragen oproept. Zeker bij mensen die al met pensioen zijn. Gaat mijn pensioen straks elke maand omhoog of omlaag? Kan mijn pensioen ineens veel minder worden?
Siert Vos, manager Strategisch Advies bij Pensioenfonds PGB, beantwoordt de meest gestelde vragen over meebewegen met de economie.
Nee, je krijgt gewoon het hele jaar door hetzelfde bedrag. Één keer per jaar stellen we de hoogte vast, net als nu. Zo weet je het hele jaar waar je aan toe bent.
De regels werkten jaren goed, maar dat is aan het veranderen. De afgelopen jaren hebben we de pensioenen niet altijd kunnen verhogen toen het economisch goed ging. Dat komt doordat we volgens de wet hoge buffers moeten aanhouden. De pensioenen stijgen daardoor vaak minder hard dan de prijzen in bijvoorbeeld de winkels.
In de nieuwe regels hoeven we minder hoge buffers aan te houden. Daarom gaat het nieuwe pensioen meer meebewegen met de economie. Gaat het economisch goed? Dan kunnen we de pensioenen sneller verhogen. Dat betekent wel dat als het economisch slechter gaat, de pensioenen ook omlaag kunnen.
Voor het nieuwe pensioen zijn afspraken gemaakt om zoveel mogelijk te voorkomen dat we pensioenen moeten verlagen. Zo beleggen we minder risicovol als je dichter bij je pensioendatum komt en met pensioen bent. En we spreiden de resultaten van de beleggingen voor gepensioneerden over meerdere jaren. Welke afspraken er voor jou gelden, hangt af van het soort regeling dat jouw werkgever of sector koos.
De meeste mensen met een pensioen bij Pensioenfonds PGB krijgen een solidaire premieregeling. Daarin is er een reservepot om verlagingen van de pensioenen van gepensioneerden zoveel mogelijk te voorkomen.
Een aantal werkgevers koos voor een flexibele premieregeling. Daar is geen reservepot. Je krijgt wel een extra keuze voor je met pensioen gaat. Je kiest dan zelf voor een stabiel of variabel pensioen.
Dan heb je meer zekerheid over de hoogte van je pensioen. Dit pensioen kan iets verhoogd of verlaagd worden. Dit gebeurt volgens de regels die nu ook gelden.
Dan beleggen we het geld in je pensioenpot door na je pensioen. Daardoor gaat je pensioen elk jaar omhoog of omlaag. Om te voorkomen dat je pensioen ineens heel veel omhoog- of omlaaggaat, spreiden we de resultaten van de beleggingen over meerdere jaren.
Later dit jaar vind je de afspraken voor jouw nieuwe pensioen op onze website.
Dan betekent dat niet dat we de pensioenen van gepensioneerden gelijk verlagen. We spreiden de resultaten van de beleggingen namelijk over meerdere jaren. Op die manier kunnen we economisch slechte jaren opvangen met economisch goede jaren. We spreiden we de resultaten over 3 jaar (solidaire premieregeling) of 5 jaar (als je in de flexibele premieregeling kiest voor een variabel pensioen).
Laten we naar een rekenvoorbeeld kijken. Daarbij gaan we uit van de solidaire premieregeling. Daarin spreiden we de resultaten van de beleggingen dus over 3 jaar.
Een voorbeeld:
Stel dat we in jaar A de pensioenen met 3% zouden kunnen verhogen. Die verhoging delen we dan voor de gepensioneerden over 3 jaar. Dat komt neer op +1% in dat jaar. Het restant (3-1=2%) delen we in jaar B weer door 3. En zo verder.
In jaar B kunnen de pensioenen met 4,5% omhoog. Dat verdelen we dan voor de gepensioneerden over 3 jaar. Dat komt neer op +1,5% in dat jaar. Daarnaast krijg je ook 1/3e van het restant van jaar A.
In jaar C is er, in een extreem scenario een heel erge beurscrash en komen we uit op -15%. Dat verdelen we dan ook door 3 voor gepensioneerden. Dat komt neer op -5% voor dat jaar.
Jaar A | Jaar B | Jaar C |
+1% | + 0,67% ((3-1)/3) | +0,44% ((3-1-0,67)/3) |
+1,5% | +1% ((4,5-1,5)/3) | |
-5% | ||
+1% | +2,17% | -3,56% |
In jaar A kunnen we de pensioenen met 1% verhogen. In jaar B met 2,17% en in jaar C zouden we de pensioenen met -3,56% moeten verlagen. Om dat te voorkomen hebben we een gezamenlijke reservepot. Daarmee kunnen we de pensioenuitkeringen aanvullen om ze gelijk te houden.
De reservepot vullen we met maximaal 3% van al het geld dat we in kas hebben op het moment van overgaan naar het nieuwe pensioen. Het percentage hangt af van onze financiële situatie. Vanaf een dekkingsgraad van ongeveer 106% kunnen we de reservepot helemaal vullen. Als we uitgaan van onze financiële situatie nu, dan zouden we de reservepot volledig kunnen vullen. Daarmee kunnen we verlagingen over een langere tijd voorkomen.
Eenmaal overgegaan vullen we de reservepot bij tot maximaal 5%. Dat doen we alleen als het economisch meezit, door een gedeelte van het resultaat op onze beleggingen opzij te zetten. Zo zorgen we ervoor dat de reservepot gevuld blijft om tegenvallers op te vangen.
Alleen wanneer het voor langere tijd economisch tegenzit, zoals in een diepe recessie, kan de reservepot opraken. Tegenvallers blijven we dan wel over meerdere jaren spreiden.